zondag 4 april 2010
wandtapijten anno 2000
‘Tapijten zijn eigenlijk kinderen :
ze zijn lang en lang gedragen door hun moeder : in conceptie en in groei’
(Kard. Danneels, openingswoord tentoonstelling Mechelen, 7 maart 2003)
OVER HET WANDTAPIJT….
Door de eeuwen heen probeert de mens zich te omringen met schoonheid. Al sinds de oudheid siert hij ook zijn woning. Het wandtapijt als kunstambacht vind je in het Westen vooral vanaf de middeleeuwen. Het is een geweven doek in wollen draad. Het bood schoonheid- en sfeerschepping, isolatie tegen de koude en een verzachting van de accoustiek. Wandtapijten werden toen alleen op bestelling vervaardigd voor de kapitaalkrachtige elite die paleizen en kastelen bewoonde.
De tapijtkunst heeft doorheen de eeuwen een heuse evolutie doorgemaakt. Nu worden de meeste tapijten mechanisch geproduceerd. Ook het ontwerp is zelden uniek en wordt naar behoefte vermenigvuldigd. De gebruikte materialen zijn veelal van goedkopere synthetische aard. Dit maakt het verwerven van een tapijt wel toegankelijk voor ieders beurs.
In de Verenigde Staten ontstond er vorige eeuw een nieuw soort tapijt. Het vervaardigen ervan was even arbeidsintensief en vergde evenveel vakmanschap en kunstzin als voor het klassieke geweven tapijt. Deze kunstvorm groeide vanuit het oorspronkelijk utilitaire gebruik van resten stof. De armen uit de maatschappij verwierven het overschot uit de katoenfabricage en vervaardigden er lappendekens uit. Deze samengevoegde lappen stof allerhande (patchwork) werden op een tussenlaag en een onderlaag bevestigd. De drie lagen werden op een kader opgespannen en heen en weer met naald en draad doorgenaaid met een op- en neergaande rechte steek die aan weven (quilt) doet denken. Aanvankelijk waren deze dekens enkel bestemd voor het dagelijks gebruik. Na verloop van tijd ontwikkelde er zich een sociaal gebeuren omheen:Vrouwen en meisjes kwamen bij elkaar om samen aan een (eenzelfde) deken te naaien. Meer en meer werden de dekens ook een symbool van identiteit en status. Er ontwikkelden zich verschillende stijlen volgens de groep waartoe men behoorde enerzijds. (cfr de Schotse ruit-patronen) of volgens de levensgebeurtenis die men wilde aanstippen anderzijds (huwelijksdeken). Zo werden de dekens als versiering aan de muur gehangen en kunnen we van wandtapijten spreken. Zowel de textielkunst als de schilderkunst enten zich hierop, zodat een aparte nieuwe kunstvorm ontstaat die een eigen ontwikkeling kent en zich distantieert van de huisvlijt van het patchwork en het klassieke quilten.
Voor onze tijd is het creĆ«ren van dit soort van wandtapijten arbeidsintensief. Niettemin, vergeleken met de weefkunst van ‘de oude geweven wandtapijten’ vergt het vervaardigen ervan maar een tiende van de tijd. Het betekent ondermeer dat het aankopen van een tapijt opnieuw binnen het bereik ligt van een groter aantal mensen en betaalbaar wordt. De prijs laat zich vergelijken met deze van een schilderij – zij het dan iets goedkoper gezien de grootte van een gemiddeld tapijt. In Europa is de prijs zeker niet buitensporig doordat het om een betrekkelijke ‘nieuwe’ kunstvorm gaat.
Dit soort tapijten kan men ook moeilijk catalogeren : ze neemt elementen en technieken over uit oude ambachten (weefkunst, kantklossen), uit de textielkunst, uit de beeldende en de grafische kunsten, uit de traditionele of uit de experimentele kunsten. Het innovatieve van deze kunstvorm (in het Westen tenminste)maakt dat er zich nog geen traditie heeft kunnen vormen. De kunstwaarde en de prijsbepaling hieraan verbonden wordt door het brede publiek dus moeilijk ingeschat. Onbekend is immers onbemind. In deze materie moeten wij, oude en gecultiveerde Europeanen in de leer gaan in het traditievolle Oosten of bij de multiculturele bewoners van het nieuwe continent.
Hoewel niet obligaat is een minimum grootte een vereiste voor een wandtapijt. De eerder grote afmeting verwijst immers naar de traditie van het oorspronkelijk ‘oude wandtapijt’ en zij is drager van de unieke sfeer en de uitstraling ervan: warm en vorstelijk en groots. Net zoals men voor een groot schilderij een geschikte plaats kiest en maakt, vereist een wandtapijt dit ook.
De wandtapijten van Anna-Maria De Wilde worden binnen de textielkunst hoog aangeschreven en als ‘uniek in stijl en uitwerking’ beoordeeld. Ze zijn allen vijf-,tot achtlagig, handgemaakt uit stof, sierdraad, soms met parels en borduursels verrijkt. Sommige stoffen worden door de kunstenares zelf geverfd. Enkel stoffen van hoogwaardige kwaliteit komen in aanmerking, vooral (handgeweven) (handgeschilderde) zijde en handgeschilderd katoen. Ze worden met verschillende technieken bij elkaar gebracht tot een geheel. De volgorde waarin technieken gebruikt worden is van belang voor het uiteindelijk resultaat en dient van bij het begin overwogen te worden in functie tot het grafisch voorontwerp. Het kiezen, verzamelen en voorbereiden van de talrijke gebruikte materialen is zowel creatief als technisch een tijdrovend werk op zich. Ervaring dient het inzicht aan te vullen: zo reageert een eerste stof bijvoorbeeld anders op een bepaalde draad dan een tweede stof. Al van bij het eerste grafisch ontwerp voor een tapijt speelt deze ervaring mee in de planning van de uitvoering. Ze bepaalt mede het eindresultaat.
Tot slot wordt de waarde en de prijs van een wandtapijt -zoals voor elk kunstwerk- ook bepaald door het concept, de achtergrond, de sfeer, de emotie, de uitstraling, die het objectief waarneembare van een kunstwerk begeleiden. De ‘meta’-wereld van een kunstwerk wordt niet waargenomen maar ge-‘zien’.
Abonneren op:
Posts (Atom)