Levensbeschrijving Anna-Maria Dewilde


Anna-Maria De Wilde (° Leuven, 1962 - + 10 december 2005) volgde een professionele muziekopleiding en is violiste.  Daarbij behaalde ze het diploma psychiatrische verpleegkunde.  De laatste jaren heeft ze zich opnieuw toegelegd op de kunst. (schilderijen, wandtapijten, illustraties). Het voorbije jaar stelde ze in de lente tentoon in Mechelen en in het najaar mocht ze deelnemen aan ‘Verbeeld Mysterie’  de prestigieuze overzichtstentoonstelling (1920 tot heden) in de Sint-Bernardusabdij te Bornem.
Ze werkt samen met schrijfster Iny Driessen, van wie ze de boeken ‘Bij dag, bij nacht’ en ‘Liefdeslied voor altijd’ illustreerde.  Ze is auteur van kunstbesprekingen in het tijdschrift ‘Nieuw Leven’.

De kunstenares ziet kunst als iets absoluut.  Kunst laat zich niet ‘gebruiken’.  De kunstenaar moet met schroom ten dienste staan van de kunst.  Alleen zo kan je streven naar de ware schoonheid, die kunst is. Alleen zo kan je  ze ontsluieren en ontdekken, je erover verwonderen, om ze door te geven en te laten spreken tot de toeschouwer.
Volgens de kunstenares loop je voortdurend op een dunne koord, want kunst is het ‘andere’ verwoorden met de ‘eigen woordenschat’.  Het ‘andere’ verwoorden betekent enerzijds zichzelf uitschakelen, relativeren en openen, zonder zich in empathie te verliezen.Zo ontdek je het Mooie, dat op zich en in vrijheid bestaat.  De ‘eigen woordenschat’ hiertoe gebruiken betekent anderzijds het besef over de eigen betekenis-geving voortdurend te bevragen.  Enkel zo kan je persoonlijke  taal en denken  in ware vrijheid proberen aanwenden en voorzichtig kunstzinnig instrument worden dienstbaar aan de Schoonheid. 
De drijfveer van deze veeleisende houding is de troost die je ontvangt. Enkel ware schoonheid heeft het vermogen te troosten en blijheid op te graven.
Religieuze Kunst benadert de ware schoonheid het meest, omdat deze steeds vanuit zichzelf geest én ziel én lichaam en paradoxen (zichtbaar en onzichtbaar, vatbaar en onvatbaar, e.a.) vollediger integreert.  Niet enkel vanuit deze overtuiging legt de kunstenares zich toe op religieuze kunst.  Ze wil getuigen, niet overtuigen.  God was, is en blijft: Sinds mensenheugenis is  God (en religie)  deel van de menselijke natuur.  De verwondering, ontroering en het brede scala van emoties hieromtrent wil ze losweken bij de toeschouwer.  Zich bewust van het lijden van mensen hier in deze wereld, wil ze een kleur of een vorm aanbieden die in z’n Schoonheid, troost en hoop toefluistert.